Over ons
Welkom bij Stichting Fioretti Teylingen
Stichting Fioretti Teylingen verzorgt voortgezet onderwijs voor alle jongeren in de Duin- en Bollenstreek. Ons onderwijsaanbod is afgestemd op zowel de perspectieven en ambities van de bewoners van de Duin- en Bollenstreek als op de behoeften van bedrijven en organisaties. Binnen onze stichting zorgen ongeveer 775 enthousiaste medewerkers ervoor dat ruim 5700 leerlingen kwalitatief goed onderwijs krijgen.
Onze scholen vormen een netwerk dat elkaar aanvult en versterkt. De scholen hebben eigen doelen en een eigen stijl. De scholen vinden elkaar in een actieve maatschappelijke betrokkenheid en in het streven naar het ontdekken en ontwikkelen van talenten van onze leerlingen.
Door een gedifferentieerd onderwijsaanbod te verzorgen willen wij bijdragen aan kansrijk onderwijs en eerlijke kansen voor alle leerlingen.
Onze naam
De naam "Fioretti" is Italiaans voor ‘bloemetjes’, onze scholen staan immers in de Bollenstreek. Fioretti verwijst ook naar een bundel verhalen over Sint Franciscus, één van onze scholen is oorspronkelijk gesticht door de Franciscanen.
De naam Teylingen is afgeleid van Slot Teylingen, een ruïne in de buurtschap Teijlingen in Voorhout. Ten oosten van Sassenheim en Lisse ligt ook een duinrug met de naam Teijlingen.


Missie en visie
Missie
De missie van SFT is om onze scholen te inspireren, te faciliteren en te versterken, zodat er voor alle jongeren in de Duin- en Bollenstreek een passende onderwijsplek is waar ze hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen.
Visie
In onze visie staan onze leerlingen, ons onderwijs en de verbinding met de wereld om ons heen centraal. We zijn er voor alle jongeren, we bieden intrinsiek motiverend onderwijs aan, we voorzien in de behoefte aan praktisch opgeleide mensen op alle niveaus in ons werkgebied, we zijn maatschappelijk betrokken en we bereiden onze leerlingen voor op de steeds verder globaliserende wereld.

Betrokken

Realistisch

Betekenisvol

Klein binnen groot

Verbinding

Lerende cultuur
Besturingsfilosofie
Strategisch beleidsplan 2022-2026
Het college van bestuur heeft eind 2022 het strategisch beleid ‘Stevig geworteld in de Bollenstreek’ vastgesteld, aan de hand waarvan bestuur en scholen in de periode 2022 –
2026 werken aan kwalitatief goed onderwijs.
Jaarverslag
SFT legt verantwoording af over beleid en besteding van financiële middelen in haar jaarverslag.
Tussenevaluatie Strategisch beleidsplan 2022-2026
In september 2025 heeft een evaluatie op het Strategisch beleidsplan plaatsgevonden.
Dyane Brummelhuis is voorzitter van het college van bestuur van Stichting Fioretti Teylingen. Douwe Wijbenga is voorzitter van de raad van toezicht. Samen bewaken ze de missie en visie van de SFT.
Douwe: “De maatschappelijke positie van de SFT is voor mij een van de belangrijkste aandachtspunten als toezichthouder. Bij alles wat ter tafel komt, stel ik me als toezichthouder de vraag: wat betekent dit voor het onderwijs en voor de leerlingen? Een belangrijk houvast voor de raad van toezicht is de missie en visie van de SFT. ‘We zijn er voor alle jongeren, er is plek voor iedereen’, staat daarin. Die zin is voor ons altijd leidend bij de keuzes die we maken en de gesprekken die we voeren.”
Dyane: “Toen ik startte als bestuurder werden relatief veel kinderen doorverwezen naar het voortgezet speciaal onderwijs. Nu zijn er op verschillende scholen trajecten voor leerlingen die even uitvallen. Die trajecten zijn nauw verwant met het reguliere onderwijs. Zo zorgen we ervoor dat minder kinderen hun vertrouwde school moeten verlaten of thuis komen te zitten. Onze missie en visie is de essentie van ons werk. De raad van toezicht bevraagt mij daar terecht continu op.”
Douwe: “Ik spreek net als de andere toezichthouders regelmatig met de directeuren van de SFT. Het is mooi om te zien dat ook zij die missie en visie echt doorleven. Zij stáán daarvoor. Ik was ook al toezichthouder voordat Dyane kwam, en voorheen waren de scholen binnen de SFT veel meer op zichzelf. Het is mooi dat er steeds meer samenhang komt. De komst van het Expertisecentrum heeft dat nog versneld.”
Dyane: “We leven in woelige tijden. Dan heb je een robuuste organisatie nodig. De scholen van de SFT moeten op elkaar kunnen rekenen. Samen met de raad van toezicht zet ik in op een netwerkorganisatie, een ecosysteem van scholen. Zo’n organisatie is niet strak top-down georganiseerd, maar heeft experts op allerlei plaatsen binnen dat netwerk. Ik zie de samenwerking met de directeuren echt als een coalitie van gedeeld leiderschap. Dit hangt samen met onze besturingsfilosofie ‘klein binnen groot’. We organiseren iets groot als dat moet, maar we vinden subsidiariteit en solidariteit net zo belangrijk. De scholen hebben de regie en dat moet ook. Want dáár gebeurt het.”
Douwe: “De komende jaren is voor de raad van toezicht belangrijk dat de verbinding met het bedrijfsleven sterker wordt. Het is zonde als goed opgeleide mensen de Duin- en
Bollenstreek verlaten terwijl we hier om ze zitten te springen. Gelukkig is Dyane daar stevig mee bezig, samen met de Economic Board Zuid-Holland, als onderdeel van de Human Capital Agenda.”
Dyane: “We zijn nu iets over de helft van het huidige strategisch beleidsplan. Ik denk dat we goed op weg zijn om voor iedere leerling een plek te creëren die past. De maatwerkklassen en symbioseklassen dragen daaraan bij, net als de netwerken op het gebied van dyslexie en dyscalculie. Inmiddels zijn het kwaliteitsnetwerk en de maatschappelijke diensttijd ook geborgd. De komende tijd gaan we verder onderzoeken wat de rol van AI in het onderwijs zou kunnen en moeten zijn, ook op vakgroepsniveau. En we gaan onderzoeken of we een internationale afdeling op een van de scholen kunnen opzetten.”
Noor Waardijk is projectleider van de samenwerkingsagenda van de SFT en de Sophia Stichting, een bestuur met 29 basisscholen. Ze werkt samen met Evy Koning aan het verbeteren van de overgang van PO naar VO. Evy is docent en brugklascoördinator van het Fioretti College Lisse en lid van de coördinatiegroep PO-VO.
Evy: “Vóór de samenwerkingsagenda liep de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs niet soepel. Vaak wist een middelbare school niet genoeg van leerlingen om hen goed te kunnen begeleiden. En ook op de basisscholen kon nog wel wat verbeteren. Want leerlingen werden lang niet altijd goed voorbereid op de overstap. Het gaat dan niet alleen om taal of rekenen, maar ook om bijvoorbeeld zelfstandigheid. En gewoon weten hoe het eraan toegaat op een middelbare school. Basisscholen verschillen sterk in de voorbereiding op die overgang.”
Noor: “Toen de samenwerkingsagenda in schooljaar 2022-2023 werd opgesteld, was het goed regelen van die overgang voor ons het belangrijkst.Ik heb een verbindingsplan geschreven voor drie jaar, met vier hoofdstromen: didactisch, pedagogisch, kinderen die extra aandacht nodig hebben, en welbevinden en samenwerking met ouders. Daar vallen weer negen werkgroepen onder. In de werkgroepen zitten bijvoorbeeld leraren van groep 8, ib’ers, mentoren en zorgcoördinatoren.”
Evy: “In de coördinatiegroep zit ik samen met leraren uit het basis- en het voortgezet onderwijs, maar ook met schoolleiders en bestuurders. Wij zijn het klankbord voor Noor, bijvoorbeeld bij het maken van strategische keuzes. Zo is voor hoogbegaafde kinderen de overstap naar het voortgezet onderwijs vaak moeilijk. Maar de coördinatiegroep heeft gezegd dat we eerst de overgang voor de grootste groep kinderen zo goed mogelijk willen regelen. Dus daar focussen we nu op.”
Noor: “De belangrijkste opbrengst van de samenwerkingsagenda is voor mij ‘proces’. We maken mooie overdrachtsformulieren en bijvoorbeeld ook taal- en rekenkaarten die ervoor zorgen dat leerlingen van de basisschool met een vergelijkbare basis binnenkomen. Maar ik ben minstens zo blij met de gesprekken die in de werkgroepen worden gevoerd. Dat is pure winst. Er zijn best veel vooroordelen over elkaar. Neem gedifferentieerd werken:
basisschoolleraren zijn daar heel goed in en snappen soms niet dat leraren in het VO dat minder doen. Totdat ze zich realiseren dat die leraren maar lessen van vijftig minuten hebben. "En dat leerlingen steeds wisselen van leraar en lokaal.”
Evy: “Je snapt gewoon meer van elkaars wereld als je met elkaar praat." We willen in de toekomst dan ook vaker bij elkaar in de klas gaan kijken. Dan gaan we gericht op één ding letten, bijvoorbeeld op gedifferentieerd lesgeven. Daarvoor heeft de desbetreffende werkgroep een gesprekskaart ontwikkeld. "Maar het waardevolst zijn absoluut de gesprekken die we met elkaar hebben.”
Noor: “10 april hebben we de producten die we hebben gemaakt en de ideeën die we hebben voor het vervolg gepresenteerd aan alle directeuren van de SFT en Sophia Scholen. Op die bijeenkomst hebben we alle scholen gevraagd waar ze volgend jaar aan mee willen doen. Dat vind ik best spannend. Nu werken we vooral met enthousiaste early adopters, maar er gebeurt ook veel op scholen die meedenken en ontwikkelen in de werkgroepen. En die scholen hebben we net zo hard nodig!”
Op het Teylingen College Leeuwenhorst maken teamleider en docent aardrijkskunde Susanne Osinga en rector Cees Slats zich sterk voor De Transformatieve School.
Susanne: “Mijn team is op Leeuwenhorst het eerste team dat werkt met De Transformatieve School, een methode van socioloog Iliass El Hadioui. We zijn dit jaar begonnen met de pedagogisch-didactische lijn in de havo-onderbouw, omdat we denken dat we daar de meeste winst kunnen behalen. We zien dat leerlingen motivatieproblemen hebben en dat ze in 2 havo gedrag vertonen dat we voorheen alleen in 4 havo zagen.”
Cees: “Het programma is een mooi vervolg op wat we al eerder, na corona, hadden ingezet voor het bevorderen van motivatie van leerlingen.”
Susanne: “De Transformatieve School past ook bij het team van havo-onderbouw, omdat in ons team veel startende docenten zijn voor wie het beroep van leraar soms eenzaam is. De Transformatieve School gaat om de kracht van het collectief, om een gedragsverandering die we bij de leerlingen willen zien, en die we als team moeten initiëren. "We moeten echt naar onszelf kijken, naar hoe we anders kunnen samenwerken om de leerlingen te kunnen bereiken.”
Cees: “Dat is het idee van collective teacher efficiency." Je opereert als een collectief. Het sluit aan bij hoe wij de school hebben ingericht, met kernteams binnen de teams voor onder- of bovenbouw. "Die kernteams dragen samen de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de leerlingen, zowel qua onderwijs als sociaal-emotioneel.”
Susanne: “De pedagogisch-didactische lijn van De Transformatieve School gaat over het onderwijs in de klas. We hebben een startbijeenkomst met het team gehad en daarna kregen alle docenten een bezoek van iemand van De Transformatieve School, die het transformatief handelen in de les observeerde. Vervolgens hebben we onder meer een nabespreking, een enquête en een training gehad over het afleggen van lesbezoeken bij elkaar. Je leert dan om transformatief handelen te herkennen. Dat is best moeilijk. "En het is ook spannend en kwetsbaar als iemand kijkt hoe je lesgeeft.”
Cees: “Voordat we begonnen, hebben we veel aandacht besteed aan het verkrijgen van draagvlak in de school." We hebben het uitgebreid met het team besproken en ook de MR zo snel mogelijk betrokken. En we hebben collega’s uit Lisse, waar ze al eerder met het programma hebben gewerkt, gevraagd om te vertellen over hun ervaringen. "Ondertussen hebben we subsidie aangevraagd en gekregen, waardoor we de financiële middelen hadden om mensen de tijd te geven hiermee aan de slag te gaan.”
Susanne: “Schoolbreed starten we nu ook met de cultuurlijn van De Transformatieve School. Die gaat over wie wij samen als school zijn, een sense of belonging. Wat verwachten we van collega’s en van leerlingen? Hoe gaan we met elkaar om? "En hoe bereiken we samen het punt waar we naartoe willen?”
Cees: “De Transformatieve School is intensief en kost tijd." Een groep collega’s werkt nu samen aan de vragen die Susanne noemt. Die groep wisselt af en toe van samenstelling en koppelt hun ervaringen steeds terug naar het hele schoolteam, zowel docenten als oop-'ers. "Komend jaar gaan we hiermee door, en daarnaast zal ook een tweede team starten met de pedagogisch-didactische lijn.”
Onze scholen zijn volop betrokken bij maatschappelijke ontwikkelingen en volgen trends en nieuwe ideeën
Reinier Vergunst is teamleider onderbouw vwo op het Fioretti College Lisse. Hij is binnen de SFT een van de deelprojectleiders van de maatschappelijke diensttijd (MDT). Susanne Bosklopper is projectleider maatschappelijke diensttijd voor de SFT.
Susanne: “Met een maatschappelijke diensttijd krijgen leerlingen de kans om een kijkje te nemen buiten hun eigen netwerk. Ze ervaren hoe het is om je in te zetten voor een ander. Dat is zó waardevol. We geven met de MDT-stage bovendien een goede invulling aan de eisen die de inspectie stelt op het gebied van burgerschap. Binnen SFT waren in het schooljaar 2022-2023 Fioretti Hillegom en Lisse de pilotscholen. Het jaar erna sloten de andere scholen aan, net als het Northgo College en het Rijnlands Lyceum Sassenheim. Op sommige scholen ging het meteen om grote aantallen leerlingen, andere zijn kleiner begonnen. "Maar inmiddels doen er meer dan duizend leerlingen mee.”
Reinier: “Omdat we met de hele stichting en nog twee andere scholen uit de regio dit doen, kunnen we leren van elkaar en best practices uitwisselen." Op mijn school hebben leerlingen uit 3 mavo er nu voor het derde jaar aan meegedaan, 3 havo en 4 vwo deden dit jaar voor het eerst mee. Op de mavo hebben we inmiddels gekozen voor een maatschappelijke lintstage, van een dagdeel per week gedurende acht tot tien weken. NLdoet integreren we daar ook in. "De MDT breidt zich hier langzaam als een olievlek uit.”
Susanne: “De doorlooptijd van de MDT is zes maanden. Leerlingen krijgen eerst acht uur workshops, waarin ze onderzoeken wat ze willen leren. Daarna doen ze de beroepsgerichte stage van 32 uur of de maatschappelijke stage van 40 uur. Het oorspronkelijke idee was dat ze de dingen die ze leren in de beroepsgerichte stage teruggeven aan de samenleving tijdens de maatschappelijke stage op een later moment. "Maar scholen kunnen dat ook omdraaien, zodat de beroepsstage richting geeft aan de keuze voor het vervolgonderwijs.” Reinier: “Wij hebben op Fioretti College Lisse gekeken naar wat past binnen de organisatie en wat we al doen, want tachtig uur binnen een half jaar is veel." Dat is denk ik goed gelukt. De stages geven nu meer verdieping voor leerlingen en zijn ingebed in de mentorlessen en in LOB.”
Susanne: “Als projectleider ondersteun ik de scholen bij het opzetten van de stages." Samen met iemand anders onderhoud ik contacten met externe organisaties en met de coördinatoren op de scholen. We hebben ook lesmateriaal ontwikkeld voor verschillende niveaus. Daarnaast geef ik administratieve ondersteuning om de subsidie voor MDT goed te kunnen verantwoorden. "In mei hebben we met de deelprojectleiders en de directeuren de leeropbrengsten geëvalueerd en gekeken in welke vorm we MDT willen voortzetten.”
Reinier: “MDT is een hele mooie manier voor de SFT om ons te verbinden met de omgeving. De leerlingen leren er zo ontzettend veel van! Het onderwijs krijgt er meer betekenis van. Ik zou leerlingen nog veel vaker de school uit willen sturen. En niet onbelangrijk: "De meesten vinden het zelf ook erg leuk!”
Robbert van Empel werkt als docent geschiedenis op het Teylingen College Leeuwenhorst. Hij is daarnaast digicoach. Cees Slats is al vijftien jaar rector van dezelfde school. Samen zetten ze zich in voor digitaal onderwijs en het gebruik van AI.
Robbert: “Toen ik hier begon op school, hadden we nog vaste computers en niet eens wifi. Dat is de afgelopen jaren compleet veranderd. "We zijn nu echt een voorloper als het gaat om digitaal onderwijs.”
Cees: “We verwachten zelfs nog meer digitaal te gaan doen." Een van onze eerste stappen richting digitaal onderwijs was het benoemen van Robbert tot digicoach. Een digicoach wijst collega’s op mogelijkheden, beantwoordt vragen en biedt workshops aan, bijvoorbeeld voor Google Workspace. Digicoaches begeleiden collega’s ook bij het maken van digitaal lesmateriaal of zelfs complete lesmethodes. Daardoor zijn we minder afhankelijk van uitgeverijen en kunnen we beter inspelen op hoe individuele leerlingen graag leren.”
Robbert: “Ik ben inmiddels al acht jaar digicoach en houd me de laatste twee jaar actief bezig met AI in het onderwijs. Dat doe ik samen met andere docenten binnen de SFT. We overleggen elke week en nemen dan de laatste ontwikkelingen door. In het begin was er nog weinig beschikbaar. Daarom hebben we toen zelf een platform opgericht. Inmiddels vragen andere scholen ons om advies, ook stichtingen die veel groter zijn.”
Cees: “We zagen de opkomst van AI en wisten als leidinggevenden dat we er ‘iets’ mee moesten. Maar wat dan? De ontwikkelingen gaan razendsnel. We hebben daarom stichtingsbreed een onderzoeksgroep opgezet, waar Robbert ook in zit. Die onderzoekt wat AI betekent voor ons onderwijsproces. Welke mogelijkheden zijn er? "Hoe kunnen wij hier AI het beste inzetten?”
Robbert: “In eerste instantie keken de meeste collega’s met argusogen naar AI. Ineens kon een leerling alle vragen van het huiswerk automatisch laten beantwoorden. Wat moet je dan als docent? In de onderzoeksgroep kijken we niet naar bedreigingen, maar juist naar hoe we AI in ons voordeel kunnen laten werken. Het ontwikkelen van digitale leermiddelen kostte bijvoorbeeld veel tijd. Een van onze docenten maakte wel eens een digitale escaperoom en dat was heel veel werk. Maar met AI is het supermakkelijk geworden. En je kunt het materiaal ook nog eens op maat maken. Veel docenten zijn nu enthousiast. We leren hen ook hoe ze AI-prompts maken. Maar er zijn nog veel vragen, zoals: Mogen leerlingen zomaar elke AI-tool gebruiken, ook gelet op hun privacy? En wat doe je als leerlingen met rijke ouders dure AI-tools aanschaffen? Dat vergroot de kansenongelijkheid in het onderwijs.”
Cees: “De vraag in de school naar een eigen AI-tool neemt toe. Met een eigen tool bepaal je zelf waar je data staat, maar het is ook een dure oplossing. Op dit moment gebruikt zo’n 20 procent van de docenten hier nu AI-tools. Voor de anderen proberen we AI vooral te demystificeren, bijvoorbeeld in workshops. Robbert heeft er onlangs nog een op de SFT inspiratiedag gegeven. "De belangrijkste uitdaging is nu voor ons hoe we de mensen meenemen die er nog sceptisch tegenover staan.”
In ons onderwijs worden leerlingen voorbereid op een steeds globaliserende wereld
Niels Noort is leraar en teamleider 1 vwo op het Fioretti College. Hij houdt zich bezig met burgerschapsvorming op zijn school. Marieke Izelaar werkt op Teylingen College Duinzigt als docent geschiedenis en maatschappijleer. Een dag per week is zij coördinator basisvaardigheden voor de SFT.
Niels: “Burgerschapsvorming vind ik het belangrijkste deel van mijn werk als leraar." Kinderen kritisch leren denken en vragen leren stellen, leren hoe ze betrokken kunnen zijn bij de maatschappij. Ik heb op het Fioretti College onderzoek gedaan naar hoe het stond met burgerschapsvorming op school. Twee jaar geleden zijn we met een ontwikkelgroep gestart, met negen collega’s. De subsidie basisvaardigheden die we hebben gekregen, zorgde ervoor dat we konden versnellen.
Een van onze ambities is dat leerlingen, medewerkers en ouders zich onderdeel gaan voelen van de minisamenleving die de school is. Dat ze weten dat we samen iets te doen hebben. Om een voorbeeld te geven: we zouden het mooi vinden als we altijd hoor en wederhoor zouden toepassen in de school, bijvoorbeeld als een leerling de klas wordt uitgestuurd. Dat gebeurt soms, maar lang niet altijd. We kunnen dit soort dingen vastleggen in bijvoorbeeld het leerlingenstatuut, maar belangrijker misschien nog is dat we met elkaar in gesprek gaan over onze pedagogische aanpak.
Het afgelopen jaar hebben we tijdens een studiedag over burgerschapsvorming geoefend op debatteren en schurende gesprekken in de klas. Op zo’n dag is het belangrijk dat collega’s zelf kunnen kiezen wat past bij hoe zij burgerschapsvorming willen integreren in hun vak. Als ontwikkelgroep gaan we het gesprek met secties aan om ze mee te nemen in onze visie en om te kijken wat secties nog meer zouden kunnen doen. Maar het moet niet opgelegd zijn; het moet van de collega’s zelf komen.”
Marieke: “Als coördinator voor de SFT monitor ik stichtingsbreed hoe de implementatie van de basisvaardigheden gaat." Zo krijg ik de kans om op een andere manier naar de scholen binnen de SFT te kijken én om mee te helpen aan het maken van beleid.
Verbinden is mijn belangrijkste taak. Ik kijk of de beleidsplannen zijn geschreven en of ze overeenkomen met de wettelijke eisen, maar dat is meestal wel het geval. Het belangrijkste deel van mijn werk is onderzoeken of we binnen de stichting van elkaar kunnen leren. Ik zorg ervoor dat de coördinatoren van de basisvaardigheden van alle SFT-scholen fysiek bij elkaar komen en met elkaar in gesprek gaan. En dat werkt, dat zien we nu al.
Het afgelopen jaar heb ik eerst met alle directeuren van de scholen afzonderlijk gesproken, om te kijken waar de school stond op alle vier de basisvaardigheden. Vervolgens heb ik met alle coördinatoren basisvaardigheden gesproken. Het idee is dat ik dit twee jaar doe, dus schooljaar 2025-2026 ook. Dan zouden de collega’s elkaar gevonden moeten hebben.
Niet alleen organisatorisch, maar ook inhoudelijk is er nog wel wat te doen. De versterking van de basisvaardigheden binnen alle scholen moet nog verder groeien, met name in de bovenbouw. De doelstellingen van de overheid zijn soms vaag, en iedere school moet die voor de eigen context verder uitwerken. "Het is goed om ervaringen uit te wisselen en de coördinatoren te ondersteunen bij het concreet maken van hun plannen.”
In onze maatschappij is een groeiende behoefte aan praktisch opgeleide mensen; wij leveren daar actief een bijdrage aan
Dennis Engelhart is drie jaar directeur van Teylingen College KTS. Jasper Out is teamleider vmbo-tl op Teylingen College Leeuwenhorst. Beiden zijn ze betrokken bij praktijkgerichte programma’s (PGP’s) binnen de SFT.
Dennis: “Er is een grote groep kinderen met een praktisch gerichte leerstijl die cognitief meer aankan dan vmbo-basis of -kader. Op de KTS bieden we daarom ook vmbo-tl aan met zes uur beroepsgerichte lessen. Dat heet t-plus en t-extra. Bij T-extra krijgen leerlingen onderwijs op havoniveau. ‘Levensecht leren’ of ‘leren door te doen’, noemen we dat. Dit onderwijs helpt om deze groep kinderen niet te laten afstromen en om de aansluiting met mbo-4 te verbeteren.”
Jasper: “Ik houd me bezig met de praktijkgerichte programma’s voor vmbo-tl op
Leeuwenhorst, en heb hiervoor ook samengewerkt met het Fioretti College Lisse. Voorheen gaven we op Leeuwenhorst alle leerlingen zes theorievakken, ongeacht hoe een leerling leert. We kregen terug van leerlingen die naar mbo-4 gingen dat ze vastliepen op vaardigheden, zoals projectleren in groepjes. Op Leeuwenhorst hebben we nu gekozen voor praktijkgerichte programma’s voor economie en ondernemen en informatietechnologie, omdat veel van onze leerlingen naar die mbo-richtingen uitstromen. We krijgen nu, een paar jaar na de start, al terug dat ze beter zijn voorbereid.”
Dennis: “Eenmaal op het mbo valt landelijk 30% van de leerlingen uit in het eerste jaar. Dat is gigantisch. Meestal komen die leerlingen van tl. Ze vallen vaak uit omdat ze moeite hebben met langere tijd zelfstandig in een groepje werken aan een complexe opdracht. Maar ook de loopbaanoriëntatie en begeleiding is vaak niet goed. Leerlingen moeten op het mbo kiezen voor een richting, maar tl-scholen besteden over het algemeen weinig aandacht aan de keuze die leerlingen dan moeten maken.”
Jasper: “Onze praktijkvakken zijn voor alle leerlingen op tl, in leerjaar 3 en 4. Op de meeste scholen die deelnemen aan de landelijke pilot voor de nieuwe leerweg, die in december 2024 afliep, kunnen leerlingen kiezen voor praktijkvakken, maar zijn ze niet verplicht. Toch vinden wij het het beste dat alle leerlingen meedoen, met het oog op de doorstroom naar het vervolgonderwijs.”
Dennis: “Op de KTS zijn de praktijkgerichte programma’s licentiegebonden. Dat betekent dat het de programma’s zijn die we ook op basis en kader aanbieden. Het is voor ons de komende jaren de uitdaging om de praktijkgerichte programma’s minder op kader te laten lijken. We willen in het vierde leerjaar echt toe gaan werken naar meer betekenisvolle opdrachten van externe opdrachtgevers. Dat is nieuw voor ons. We zijn nu op zoek naar opdrachtgevers en bereiden onze docenten voor op die vorm van onderwijs. Sowieso zijn we de contacten met het bedrijfsleven aan het intensiveren. En natuurlijk wisselen we onze ervaringen met de praktijkgerichte vakken regionaal uit. We zijn onderdeel van veel verschillende samenwerkingsverbanden, waaronder Sterk Techniekonderwijs.”
Jasper: “In de toekomst zouden we bij ons op de havo ook structureel praktijkvakken aan willen bieden. Nu is dat nog beperkt tot enkele projecten. Maar onze eerste prioriteit is om de komende jaren de praktijkgerichte vakken op tl goed te verankeren.”
Agnes van Waardhuizen is sinds het voorjaar van 2024 directeur van Teylingen College Duinzigt. Dammes Waasdorp is zes jaar teamleider onderbouw kader/mavo en bovenbouw mavo op het Fioretti College Hillegom. Samen zaten ze in de werkgroep die de inspiratiedag op 3 maart organiseerde.
Agnes: “We vinden het belangrijk dat de scholen binnen de stichting in verbinding staan met elkaar. De SFT heeft zes scholen en is relatief groot. Hoe zorg je ervoor dat de mensen op die scholen samenwerken en elkaar weten te vinden als dat nodig is? Stel dat je als vakgroep op de ene school ergens tegenaan loopt, hoe fijn is het dan als je je vragen kunt stellen aan collega’s op een van de andere scholen?”
Dammes: “Om medewerkers te verbinden over de scholen heen, organiseren we de laatste jaren elk jaar een inspiratiedag voor alle medewerkers. Het ene jaar zijn er de hele dag sessies waaraan je individueel kunt deelnemen, het andere jaar gaat het om de ontmoeting tussen vakgroepen. Hoe mooi zo’n ontmoeting tussen collega’s is, ervaarde ik al toen ik begon als teamleider. Toen deed ik een gezamenlijke training voor nieuwe teamleiders en kwam ik met collega’s in contact die allemaal in dezelfde fase van hun carrière zaten. Dat verbond enorm. We weten elkaar sindsdien makkelijk te vinden.”
Agnes: “Het overkoepelende thema van de inspiratiedag van dit schooljaar was ‘Werken en leren in een veranderlijke wereld’. In de ochtend was er een keynote spreker, Steven Pont. Zijn verhaal ging over individu versus collectief, en hoe je met elkaar verder kunt komen dan alleen. Daarna waren er meerdere sprekers waaruit je kon kiezen en na de lunch kon je allerlei workshops volgen. Bij de samenstelling van het programma hebben we er goed op gelet dat het zowel voor onderwijzend personeel als voor OOP’ers interessant moest zijn. Dat was een verbeterpunt van de vorige keer.”
Dammes: “Verbinding en inspiratie waren onze belangrijkste doelen. Best grote thema’s natuurlijk, en niet iedereen was op voorhand overtuigd dat ze ook echt geïnspireerd zouden worden. Maar ik hoorde in de gesprekken bij ons op de locatie dat de onderwerpen van de sessies echt waren blijven hangen.”
Agnes: “Er werden ook veel contacten gelegd. Daar is het ons natuurlijk om te doen! Het mengde goed, juist omdat mensen individueel kozen voor de sessies en workshops. Overigens kunnen medewerkers bij de SFT Academie een vervolg geven aan de dag met nieuwe cursussen en opleidingen. Het hoeft hier dus niet bij te blijven.”
Dammes: “De dag was op het Teylingen College Leeuwenhorst en in het conferentiecentrum daarnaast. Op die evenementenlocatie kwam ik een oud-leerling tegen die daar voor de organisatie onze contactpersoon was. Zij zorgde ervoor dat alles op rolletjes liep. Nadat ze bij ons haar diploma had gehaald, was ze aan de andere kant van het land gaan studeren, maar daarna is ze weer hier teruggekomen. Dat vind ik heel bijzonder. Ook dat is verbinden!”
Ineke Langerak is HR-manager bij SFT en Imke Vos is verantwoordelijk voor de SFT Academie. Lennert Duindam is sinds anderhalf jaar directeur van Teylingen College ISK. Hij heeft schooloverstijgend ook de portefeuilles personeelsbeleid, kwaliteitszorg en het scholingstraject voor leidinggevenden. Samen vertellen ze over ontwikkeling van medewerkers, aantrekkelijk werkgeverschap en het creëren van een lerende cultuur.
Ineke: “In de SFT-visie staat dat onze medewerkers het hart zijn van onze organisatie. Dat betekent dat we medewerkers en organisatie één geheel willen laten zijn. Dat begint al bij onze vacatures, die we richten op wat wij iemand te bieden hebben én op wat de school nodig heeft. Maar de visie gaat ook over inductietrajecten, waarin we willen laten zien wie we zijn als stichting. En over het behoud van medewerkers. Er is veel vraag naar personeel en ook daarom proberen we een aantrekkelijke werkgever te zijn. We investeren in onze medewerkers op het gebied van leren en ontwikkelen, vitaliteit, veerkracht en wendbaarheid.”
Imke: “In 2023 is de SFT Academie opgericht, die stichtingsbreed aan iedere medewerker opleidingsmogelijkheden biedt. Met de Academie proberen we samen leren en individueel leren te faciliteren en te verankeren in de organisatie. We willen een inspirerende en professionele leercultuur creëren voor elke medewerker, en zo bijdragen aan goed onderwijs en goed werkgeverschap. Dat betekent dat we meedenken over scholingsvraagstukken en nieuw aanbod, en we zorgen er ook voor dat het aanbod tot stand komt. Het aanbod is heel breed:van trainingen voor startende docenten en pedagogisch didactisch handelen tot leiderschapsontwikkeling en digitale vaardigheden. We gebruiken hiervoor interne expertise, maar kopen ook trainingen in. "Alle medewerkers kunnen ons aanbod bekijken binnen de digitale leeromgeving SFT Academie.”
Lennert: “We zijn met een ‘grand tour’ langs alle scholen geweest om in gesprek te gaan over het SFT-personeelsbeleid. ‘Medewerkers zijn het hart van onze organisatie’ is makkelijk gezegd en we proberen bovenschools dingen goed te organiseren, maar werkgeluk en -plezier gaat over ‘dichtbij’: over je welkom voelen en goede gesprekken kunnen voeren over je kwaliteiten, ambities en ontwikkeling. Daarom proberen we ook op dat niveau dingen te verbeteren en bewustzijn te creëren. Dat doen we bijvoorbeeld met een MD-traject voor teamleiders. Want zij voeren de gesprekken met medewerkers en onderhouden de relatie. "Binnen het traject staan ontmoeting en samen leren centraal, gecombineerd met leiderschaps- en onderwijsontwikkeling.”
Ineke: “We proberen vanuit HR steeds beter zichtbaar te zijn voor medewerkers. Daarvoor zijn de HR-medewerkers steeds dagdelen aanwezig op de verschillende scholen. Er is voor alle medewerkers ook een app met de cao en alle arbeidsvoorwaarden, waarin zij vragen kunnen stellen. We hebben processen geoptimaliseerd en leidinggevenden getraind, bijvoorbeeld in het voeren van gesprekken over ziekteverzuim. En alle HR-medewerkers hebben nu een specialisme, zoals werving & selectie, onboarding of leren en ontwikkelen. De komende tijd willen we onze aanwezigheid op scholen nog verder uitbreiden, om nog beter te kunnen aansluiten op de behoefte van individuele medewerkers.”
Imke: “Om die behoefte in kaart te brengen, zijn we bij overleggen met de schoolleiding en werkgroepen, of we doen een online behoeftepeiling." Wat hebben medewerkers nodig? En voeren we daarover de goede gesprekken met elkaar?”
Lennert: “Ik vind het mooi om te zien dat de verschillende portefeuilles en domeinen van het strategisch beleidsplan zo mooi op elkaar aansluiten. Dat geldt ook voor HR. Een goed voorbeeld is PLEIN, het intranet voor medewerkers van alle SFT-scholen. PLEIN komt voort uit een werkgroep van medewerkers. Je leest er wat er allemaal speelt binnen de stichting en je vindt er aansluiting bij anderen die dezelfde interesses of expertise hebben. Ook die communicatie vergroot het werkplezier van medewerkers.”
Ron van der Slot is docent economie en conrector op het Fioretti College Lisse. Hij is daar ook kwaliteitscoördinator. Mark de Kievit is rector van die school en binnen de SFT portefeuillehouder kwaliteitsbeleid. Isolde van Allemeersch ondersteunt scholen en bestuurder bij kwaliteitszorg als extern expert. Samen werken zij stichtingsbreed aan kwaliteitsbeleid in het leernetwerk ‘Kwaliteit in beeld’.
Mark: “De afgelopen jaren is het kwaliteitsbeleid binnen de SFT sterk veranderd en gemoderniseerd. We zijn op zoek gegaan naar een manier om kwaliteit in beeld te brengen en te bevorderen die past bij onze scholen. Daarom hebben we het leernetwerk ‘Kwaliteit in beeld’ opgezet. Binnen dat netwerk komen de coördinatoren kwaliteit van de scholen en onze bestuurder eens in de drie of vier weken samen. De dialoog en onze gedeelde waarden staan er centraal.”
Isolde: “Rond de start van het netwerk veranderde het toezichtskader van de inspectie. Het toezicht op besturen werd nog belangrijker. Maar we zijn het netwerk wel echt gestart vanuit de schoolpraktijk. Eerst hebben we nagedacht over hoe je op een school goed zicht houdt op de kwaliteit en welke afspraken we daarover zouden kunnen maken. Dat was destijds op alle scholen verschillend. Van daaruit hebben we gekeken naar de rol van de bestuurder. De eerste periode was vooral uitwisselen en leren van elkaar. Langzaam maar zeker hebben we een gemeenschappelijk kader ontwikkeld.”
Mark: “Het leren vindt ín het netwerk plaats. We verdiepen ons door uitwisseling onderling.
Dat betekent dat we elkaar ook buiten de bijeenkomsten ontmoeten en sparren met elkaar. Isolde verstevigt onze kennis, omdat zij inhoudelijk expert is. De kennis die we samen ontwikkelen bespreken we vervolgens op alle scholen. De deelnemers aan het netwerk worden op de scholen dan ook echt gezien als experts. Zo versterken we samen het kwaliteitsbewustzijn in de hele stichting. Dat vind ik heel tof.”
Ron: “We proberen vanuit het netwerk te stimuleren dat het gesprek over onderwijskwaliteit niet alleen van de schoolleiding en het bestuur is, maar van de hele school." En ook dat het een onderzoekend en lerend gesprek is, en niet oordelend. Wij zijn geen interne inspectie. Als kwaliteitscoördinator denk ik na over wat goed past bij mijn school en werk ik samen met de teamleiders om hen van de goede informatie te voorzien. Voor die gesprekken hebben
Mark en Isolde een gespreksleidraad ontwikkeld, die we hebben besproken in het netwerk.
We werken cyclisch, met vaste momenten in het jaar.”
Isolde: “We streven naar een onderzoekende cultuur en goede gesprekken over onderwijskwaliteit." Zo hebben we ook de bestuurlijke gesprekscyclus ingericht. Een aantal keer per jaar schuift de bestuurder aan op de scholen en bespreekt dan met de schoolleiding een thema binnen onderwijskwaliteit. Ook dat gesprek gaat niet over verantwoording; het is echt een dialoog. Samen werken we aan een gedeeld beeld van de onderwijskwaliteit en onderzoeken we welke stappen we kunnen zetten om de kwaliteit nog verder te ontwikkelen en te borgen.”
Ron: “De gesprekken over onderwijskwaliteit, ook die met de secties op de scholen, zijn nu meer gebaseerd op data. Dat helpt echt. Je kunt in de data bijvoorbeeld zien of een sectie consequent lager scoort, of dat iets in de hele school meer aandacht moet krijgen. Het gaat ons niet zozeer om die data zelf, maar om het gesprek over onderwijskwaliteit en eventuele verbeteracties. En we leggen met de data ook een direct verband met het toezichtskader van de inspectie.”
Mark: “Door het netwerk is iedereen, bestuurder, schoolleiders en docenten, veel meer dan voorheen bezig met kwaliteit. Het is niet iets wat we voor de bühne hebben opgetuigd. We willen met elkaar écht weten hoe we het doen en hoe we verder kunnen verbeteren. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar het maakt wat we doen ongelooflijk veel beter en rijker.”
Samenwerking
SFT werkt nauw samen met partners in de regio.

Stichting Samenwerkingsverband V(S)O Duin- en Bollenstreek is het samenwerkingsverband van zeven schoolbesturen in de gemeenten Hillegom, Lisse, Teylingen, Noordwijk en Katwijk. De missie van het samen-werkingsverband is om samen te doen wat nodig is om de school-loopbaan van iedere leerling succesvol af te ronden. Het ondersteuningsplan 2022-2026 is het strategisch plan van het Samenwerkingsverband V(S)O Duin- en Bollenstreek. U vindt hier de publieksversie, voor meer informatie verwijzen wij u naar de site van het samenwerkingsverband swvduinenbollenstreek.nl
SWV V(S)O Duin- en Bollenstreek

SWV VO Leiden
Stichting Samenwerkingsverband VO Leiden is een netwerkorganisatie die zich dagelijks, samen met schoolbesturen, scholen en externe partners, inzet voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Ons doel is dat alle leerlingen een plezierige middelbare schooltijd hebben en de beste kansen krijgen op school voor een succesvolle toekomst. Het ondersteuningsplan 2020-2024 is het strategisch plan van het Samenwerkingsverband VO Leiden.
U vindt het hier, voor meer informatie verwijzen wij u naar de site van het samenwerkingsverband. swvleiden.nl

Sophia Scholen
Sophia Scholen en SFT, in de Duin- en Bollenstreek de grootste scholen-organisaties voor respectievelijk primair en voortgezet onderwijs, slaan de handen ineen om voor leerlingen een betere overgang van basis- naar middelbare school te maken. In een samenwerkingsagenda staan projecten zoals;
-Het lesgeven aan groep 8 door vakdocenten van Stichting Fioretti Teylingen.
-Leerkrachten van Sophia Scholen die ingezet worden als mentor voor brugklasleerlingen.

Onderwijsregio Leiden, Duin- en Bollenstreek
In september 2023 hebben de VO-besturen in de regio Leiden, Duin- en Bollenstreek en de 2 samenwerkende lerarenopleidingen zich aangemeld als ‘Onderwijsregio in oprichting’. In de onderwijsregio nemen schoolbesturen met hun scholen, lerarenopleidingen, vakbonden en beroepsgroep en betrokken organisaties als gemeenten gezamenlijk de verantwoordelijkheid om de tekorten op de onderwijsarbeidsmarkt terug te dringen.