Protocol cameratoezicht

icoon van
de bollenstreek

Bron
Kennisnet, Privacy op School

Versie Status Datum Auteur Omschrijving
0.1   17-11-2020  Sdn  
0.2   20-01-2021  Sdn Na opmerkingen van fac. Managers, Hoofd ICT, Directeur Bedrijfsvoering en FG
0.3   03-02-2021  SDN Directie SFT
0.4   30-03-2021  

GMR

Vastgesteld door

Versie Datum Naam Functie
0.3 03-02-2021 Direct en bestuur SFT  

 

Dit protocol cameratoezicht heeft betrekking op alle scholen van Stichting Fioretti Teylingen waar middels camera’s toezicht wordt gehouden. Deze camera’s zijn opgehangen in de gebouwen en op en rond het terrein van de school. Het geeft een beschrijving van taken,
verantwoordelijkheden en procedures over het cameratoezicht, met het oog op integer gebruik van het camerasysteem en de bescherming van privacy van leerlingen, medewerkers en bezoekers.

Artikel 1 – Begripsbepalingen

  1. In dit protocol wordt verstaan onder:
    1. Cameratoezicht: toezicht met behulp van camera’s, waardoor er sprake is van verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
    2. Heimelijk cameratoezicht: toezicht met behulp van verborgen en/of niet-zichtbare camera’s, of cameratoezicht dat niet kenbaar is gemaakt aan leerlingen en/of hun wettelijk vertegenwoordiger, medewerkers en bezoekers.
    3. Serverruimte: de van een toegangscontrolesysteem voorziene ruimte op de scholen, waar de server of opnameapparatuur staat waarop de opgenomen camerabeelden geregistreerd staan, waaronder ook de ruimte van de toeleverancier wordt bedoeld.
    4. Camerasysteem: het geheel van camera’s, monitoren, opnameapparatuur, verbindingskasten, verbindingen en bevestigen waarmee het cameratoezicht wordt uitgevoerd.
    5. Cameraobservatieruimte: een van een toegangscontrolesysteem voorziene ruimte op de scholen waarin de camerabeelden live worden bekeken en/of waar ook de mogelijkheid bestaat om opgenomen camerabeelden terug te kijken en/of op een informatiedrager te plaatsen.
    6. Camerabeeld: de door het cameratoezicht verkregen camerabeeld.
    7. Beheerder: de door het college van bestuur aangewezen medewerker van de Stichting, die verantwoordelijk is voor de inrichting, het beheer en toezicht op het cameratoezicht van alle locaties binnen de stichting (Directeur Bedrijfs-voering).
    8. Locatiebeheerder: een door de beheerder (als genoemd onder g) als zodanig aangewezen persoon die belast is met het cameratoezicht op één of meerdere locaties van de Stichting.
    9. Technisch beheerder: de functionaris, die onder verantwoordelijkheid van de beheerder, is belast met het technisch beheer van het camerasysteem.
    10. Bevoegde medewerker: een door de beheerder (in geval van cameratoezicht op meerdere locaties: de locatiebeheerder) als zodanig aangewezen persoon die betrokken is bij de uitvoering van het cameratoezicht (conciërges en facilitair managers).
    11. Incident: een waargenomen ongewenst en/of strafbaar feit, ongeval of andere gebeurtenis die vraagt om handhaving, onderzoek en/of strafrechtelijke vervolging.

Artikel 2 – Werkingssfeer en doelstellingen cameratoezicht

  1. Dit protocol is van toepassing op leerlingen en/of hun wettelijk vertegenwoordiger, medewerkers en bezoekers die zich bevinden in de gebouwen of op de terreinen van Stichting Fioretti Teylingen.
  2. Het inzetten van cameratoezicht, en het gebruik van de camerabeelden, is alleen toegestaan voor:
    1. de bescherming van de veiligheid en gezondheid van leerlingen, medewerkers en bezoekers;
    2. de beveiliging van de toegang tot gebouwen en terreinen, waaronder mede is begrepen het weren van ongewenste bezoekers;
    3. de bewaking van zaken die zich in gebouwen of op terreinen bevinden;
    4. het vastleggen van incidenten.
  3. Camerabeelden worden uitsluitend gebruikt ten behoeve van de doelstelling zoals genoemd in lid 2.

Artikel 3 – Taken en verantwoordelijkheden

  1. Het cameratoezicht geschiedt onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur.
  2. Alvorens te besluiten tot het instellen of intensiveren van cameratoezicht, voert het College van Bestuur een privacytoets uit, waarbij de mate van inbreuk op de privacy van de leerlingen, medewerkers en bezoekers wordt afgewogen tegen het belang van de Stichting om cameratoezicht te gebruiken. Hierbij wordt meegewogen of de doelstellingen als geformuleerd in artikel 2, op een andere wijze kunnen worden bereikt, met een minder ingrijpend middel dan cameratoezicht.
  3. Het College van Bestuur wijst een beheerder aan die verantwoordelijk is voor de inrichting, het beheer en toezicht op het cameratoezicht binnen de Stichting, alsmede een technisch beheerder die, onder verantwoordelijkheid van de beheerder, belast is met het technisch beheer van het camerasysteem.
  4. De beheerder wijst bevoegde medewerkers aan, en zo nodig één of meer locatie-beheerder(s).
  5. De beheerder wijst voor zichzelf en voor de locatiebeheerder een plaatsvervanger aan, die in geval van afwezigheid van de beheerder respectievelijk locatiebeheerder in diens taken en verantwoordelijkheden treedt.
  6. De beheerder, locatiebeheerder(s) en bevoegde medewerkers zijn bevoegd tot het live uitkijken van camerabeelden.
  7. De beheerder en locatiebeheerder zijn bevoegd tot het terugkijken en uitgeven van opgenomen camerabeelden.
  8. De beheerder en locatiebeheerder kunnen een bevoegde medewerker autoriseren om – onder verantwoordelijkheid van de beheerder of locatiebeheerder - onder nader te stellen voorwaarden en voor een vooraf bepaald doel c.q. een vooraf bepaalde periode camerabeelden terug te kijken.

Artikel 4 – Inrichten camerasysteem en beveiliging

  1. De beheerder is verantwoordelijk voor de inrichting van het camerasysteem en de plaatsing van de camera’s, binnen de kaders van de door het College van Bestuur uitgevoerde privacytoets als bedoeld in artikel 3 lid 2.
  2. De beheerder zorgt voor passende technische en organisatorische maatregelen om de camerabeelden te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatig gebruik. Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek (zoals te doen gebruikelijk in de informatiebeveiligings- en beveiligingsbranche) en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau. Hierbij is gelet op de risico’s die het cameratoezicht en de aard van te beschermen camerabeelden met zich meebrengen.
  3. Het terugkijken van opgenomen camerabeelden geschiedt slechts in aanwezigheid van daartoe bevoegd verklaarde personen.
  4. De met cameratoezicht belaste medewerkers gaan vertrouwelijk en integer om met de kennis die zij tot zich krijgen vanwege het cameratoezicht, in het bijzonder met betrekking tot de privacy van leerlingen, medewerkers en bezoekers. Voor zover daar arbeidsrechtelijk niet in is voorzien, sluit de beheerder daartoe een geheimhoudingsverklaring met de locatiebeheerder(s), technisch beheerder en/of bevoegde medewerker(s).
  5. De beheerder draagt er zorg voor dat het cameratoezicht kenbaar wordt gemaakt aan leerlingen en/of hun wettelijk vertegenwoordiger, medewerkers en bezoekers op zichtbare en herkenbare wijze, zoals maar niet beperkt tot borden en stickers bij de ingang van de gebouwen of terreinen van de Stichting.
  6. Voor zover er in het camerasysteem camerabeelden worden opgeslagen, worden deze beelden uiterlijk 4 weken na de opname automatisch gewist, tenzij er een incident is geconstateerd op basis waarvan het noodzakelijk is de met het incident samen-hangende camerabeelden te bewaren. Na afhandeling van het incident worden de betreffende camerabeelden (en eventueel gemaakte kopieën of afdrukken) gewist.
    In het geval dat de politie beelden vordert, worden deze bewaard tot einde van het onderzoek.
  7. Het camerasysteem is zodanig uitgerust dat het terugkijken van opgenomen camerabeelden of het uitgeven daarvan slechts mogelijk is in de camera observatieruimte.
  8. Voor zover er live camerabeelden worden uitgekeken in een andere ruimte dan de cameraobservatieruimte, zijn er technische en organisatorische maatregelen genomen die het onbevoegd meekijken zoveel als redelijkerwijs mogelijk voorkomen.
  9. Voor zover er bij het inrichten van het camerasysteem voor gekozen wordt om de leerlingen, medewerkers en bezoekers via een monitor live terugkoppeling te geven van de camerabeelden, kunnen deze live camerabeelden alleen betrekking hebben op deze betreffende leerlingen, medewerkers en bezoekers.
  10. Bewerking van camerabeelden vindt slechts plaats in het kader van het verscherpen van deze camerabeelden.

Artikel 5 – Inzage en uitgifte opgenomen camerabeelden aan derden

  1. Op verzoek van politie, rechter-commissaris of (hulp)officier van justitie kan inzage worden gegeven in (opgenomen) camerabeelden in het kader van de uitoefening van diens publiekrechtelijke taak.
  2. Uitgifte van camerabeelden vindt slechts plaats op vordering van de politie, rechter-commissaris of (hulp)officier van justitie waarbij de vordering gebaseerd is op een wettelijke grondslag.
  3. Alvorens tot inzage of uitgifte over te gaan, legitimeert de betreffende functionaris zich vooraf ten overstaan van de beheerder of locatiebeheerder, en tekent voor ontvangst van de uitgegeven camerabeelden.
  4. De inzage en uitgifte wordt door de beheerder of locatiebeheerder geregistreerd.
  5. Aan andere derden wordt geen inzage in de camerabeelden gegeven, of camerabeelden uitgegeven, anders dan met de uitdrukkelijke toestemming van de betrokken leerling en/of hun wettelijk vertegenwoordiger, medewerker of bezoeker.

Artikel 6 – Rechten van betrokkenen

  1. Betrokken leerlingen en/of hun wettelijk vertegenwoordiger, medewerkers en bezoekers komen de rechten toe zoals bedoeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Hieronder vallen het recht op inzage, correctie en verwijdering van camerabeelden waarop zij zijn afgebeeld.
  2. Een verzoek tot inzage in camerabeelden geschiedt schriftelijk of per e-mail aan de beheerder, die binnen 10 werkdagen na ontvangst van het verzoek inhoudelijk zal reageren.
  3. Het verzoek tot inzage wordt afgewezen wanneer het verzoek tot inzage in camerabeelden ongespecificeerd is, of als met dit verzoek kennelijk misbruikt van recht wordt gemaakt.
  4. In geval van een incident, kan een inzageverzoek worden geweigerd als dat noodzakelijk is in het belang van de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten.
  5. Voor klachten wordt verwezen naar de klachtenregeling binnen Stichting Fioretti Teylingen.

Artikel 7– Heimelijk cameratoezicht

  1. Heimelijk cameratoezicht is slechts toegestaan indien regulier cameratoezicht en andere door de Stichting genomen maatregelen en inspanningen, niet leiden tot beëindiging van de structurele incidenten. Het inzetten van heimelijk cameratoezicht is niet mogelijk voor preventieve doeleinden.
  2. Voornoemd heimelijk cameratoezicht mag alleen tijdelijk en op zodanige wijze worden ingezet, dat inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de leerlingen, medewerkers en bezoekers zo klein mogelijk is.
  3. Heimelijk cameratoezicht is uitsluitend toegestaan na specifieke voorafgaande schriftelijke toestemming van het College van Bestuur onder vermelding van de voorwaarden waaronder het heimelijk cameratoezicht plaatsvindt.
  4. De Stichting informeert – voor zover redelijkerwijs mogelijk - achteraf de betrokken leerlingen en/of hun wettelijk vertegenwoordiger, medewerkers en bezoekers over het toegepaste heimelijk cameratoezicht.

Artikel 8 – Verslaglegging en rapportage

  1. De beheerder rapporteert tenminste jaarlijks aan het College van Bestuur over het toegepaste cameratoezicht, waaronder begrepen is een verslag over de verstrekkingen van camerabeelden zoals bedoeld in artikel 5.
  2. Jaarlijks wordt door het College van Bestuur gerapporteerd aan de (G)MR over het cameratoezicht betreffende het voorafgaande jaar (over aard, frequentie en lengte van het toezicht). Daarbij wordt specifiek gemeld indien heimelijk cameratoezicht is toegepast.

Artikel 9 – Slotbepaling

  1. Het College van Bestuur stelt dit protocol vast. Voorafgaand aan het vaststellen, wijzigen of intrekken van dit protocol cameratoezicht, vraagt het College van Bestuur de (G)MR om instemming.
  2. Het College van Bestuur informeert, indien aanwezig, de leerlingenraad over het vaststellen, wijzigen of intrekken van dit protocol.
  3. Het protocol treedt onmiddellijk in werking na instemming. Een wijziging in dit protocol treedt in werking binnen 30 dagen na bekendmaking van en instemming met de wijziging.